zondag 16 juni 2019

"De Luizenmoeder" en vroeger (slot)

Terwijl juf Ank wil beginnen, brengt een moeder haar kind met buikpijn bij de deur. Ze wil er ook nog van alles over vertellen, maar juf Ank slaat de deur dicht. Dat is te zien in de comedyserie "De Luizenmoeder". In mijn tijd ontwikkelde zich het van "lekker nog even uitzieken" naar "duidelijk ziek naar school".
In de jaren zestig belde ik soms na anderhalve week naar een moeder met de vraag of haar kind nog niet hersteld was van de verkoudheid. Moeders werkten nog niet en ze vonden het soms wel gezellig om een kind thuis te hebben. Dat is veranderd. Veel later, als ik al was begonnen met de les, ging de deur soms op een kier open en werd er een kind naar binnen geschoven met hoogrode wangen. Erachteraan volgde de mededeling: "Het telefoonnummer zit in de tas. Om elf uur moet ze een pilletje hebben". De deur ging dicht. Het duidelijk zieke kind schoof bedeesd in de kring. Waar was ik ook weer gebleven met de les?

Het werd drukker in de school. Er kwamen klassenassistenten, duobanen, invallers omdat er meer ziekte was onder de leerkrachten. Helpende mensen die een deukje hadden opgelopen in het leven zoals Volkert in de comedyserie. Secretaresses die de directeur, inmiddels vrijgesteld van lesgeven, moesten ondersteunen. De remedial teaching werd een professionele tak verzorgd door meerdere mensen. Je zag nu de kinderen die extra hulp kregen met grote mappen door de gangen lopen.

Iemand zei tegen mij dat ze het boeiend vond om in deze blogs mijn carrière te volgen. Bijna had ik daadwerkelijk  carrière gemaakt. Een inspecteur vroeg of ik er niet voor voelde om hoofd van een school te worden. Hij wist er nog een. Nadat ik twee weken buiten mijn schoenen had gelopen, ging ik kijken bij het hoofd wat voor werk ik dan moest doen: tabellen invullen, kinderen tellen sommige voor twee of voor anderhalf i.v.m. extra zorg. Toen ik vroeg wat er boeiend aan was kwam het antwoord: een team aansturen. Ik heb het niet gedaan. Jaren later vroeg een andere inspecteur het nog eens en toen heb ik meteen bedankt. Ik heb geen carrière gemaakt, ik heb een loopbaan gehad waarin ik heel gelukkig was en nog ben.

Misschien zou het montessori-onderwijs iets voor mij zijn. Ik heb de 2-jarige cursus gevolgd,  examen gedaan en een getuigschrift gekregen dat omgezet zou worden in een diploma zodra ik een half jaar op een montessori-school werkte. Daar is het niet van gekomen.

Omdat er zo weinig gezongen werd op de scholen heb ik de Gehrels-cursus gedaan, een degelijke vorming om muziekles te geven. Ik specialiseerde me in de bamboefluit en daarin geef ik nog steeds les, ontmoet kinderen en ondersteun de leerkrachten. Ik ontwikkelde samen met Ans Tol een eigen methode waarmee iedereen muziek kan leren maken op de bamboefluit.

Als schooljuffrouw, zoals ik begonnen ben, moest ik ook zelf de invoering van een nieuwe methode uitdokteren. Later, toen hetzelfde beroep de naam van lerares had gekregen, kwam er een tussen-manager voor de begeleiding van de invoering van een nieuwe methode.

Wat betreft de contacten met de ouders:
Ik ben begonnen als schooljuffrouw toen de ouders zeiden: "Juf heeft gezegd!".                 
Ik ben geëindigd als lerares (de nieuwe naam voor hetzelfde werk) en in de praktijk gold:
"Juf moet praten als Brugman"!

Bea Kloosterman.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten