Als je een mooie toon wilt laten horen moet de samenwerking van de speler en de fluit goed zijn. Hoe dat in zijn werk gaat leg ik hier uit.
Ik maak een ronding in het mondstuk die heel goed past bij de onderlip van de speler. De fluit rust op de onderlip en de bovenlip gaat er iets overheen. De fluit steekt dan schuin naar voren en maakt een hoek van ongeveer 45 graden met het lichaam.
|
De ronding in het mondstuk. |
De rechterhand houdt de onderste drie gaatjes dicht. De pink steunt tegen de zijkant van de fluit en de duim tegen de achterkant. De linkerhand houdt de bovenste gaatjes dicht. De pink steunt tegen de zijkant en de duim sluit het gaatje aan de achterkant.
En nu blazen...... daarover vertel ik de volgende keer.
Bea Kloosterman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten