Drie gezellen (gediplomeerde bouwers) komen mij helpen bij het begeleiden van het bouwen van de fluiten. Er komen een kleine twintig ouders. De eerste avond kiezen zij een bamboebuisje en voegen zich bij een gezel. Die geeft de aanwijzingen voor het bouwen. Daarover kun je lezen in het blog van 27 september.
Aan het eind van de eerste avond hard werken, komt er een aarzelende toon uit de fluit. Elke gezel gaat die toon thuis optimaliseren, d.w.z. venster, kanaal, vensterbank en kurk op de millimeter nauwkeurig passend maken. Dat is het "kabouteren" in het blog van 3 oktober.
De tweede avond begeleidt elke gezel elke gezel een onderdeel: het mondstuk mooi maken, op de grondtoon afzagen (zie blog 08 - 10 - 2014), versieren d.m.v. branden (zie blog 29 - 10 - 2014), of politoeren (zie blog 28 - 08 - 2014).
Zo ziet de fluit zonder gaatjes er uit. |
Halverwege de avond komt de grote verrassing. Alle ouders blazen op hun fluit en horen dezelfde toon. Onder leiding van de maestro (dat is een "meester" in het Bamboefluitersgilde) moeten ze lange en korte noten blazen (de partituur). Na elke regel is er een tussenspel, eerst van de sopraan, dan van de alt, daarna komt de tenor en tenslotte de bas. Vervolgens speelt iedereen samen: een heus bamboe-orkest.
De maestro leidt het bamboe-orkest. |
De kinderen in de klas spelen aanvankelijk met één toon. Als de juf vindt dat de kinderen aan de volgende noot toe zijn, ga ik naar de school om met de kinderen een nieuwe noot in de fluit te maken. Daarover vertel ik een volgende keer.
Hetty van Geene