Er zijn nu 15 fluiten met elk een prachtige toon. De hoogte van de tonen is heel verschillend. Sommige fluiten hebben een c als laagste toon, andere een cis en alles wat daartussen in zit. In deze les breng ik met de leerlingen alle fluiten op de grondtoon d.
|
Het controleren van de toon met het stemapparaat |
|
Aftekenen van het stukje dat afgezaagd moet worden. |
Eerst stel ik met behulp van een stemapparaat de toonhoogte vast. Ik weet dat er per halve toon een centimeter van de bamboebuis afgezaagd moet worden. Dat teken ik met potlood af op de fluit. De leerlingen zagen het er af. Dat zagen doen ze draaiend: anders ontstaat er een splinter. Om te voorkomen dat de zaag wegschiet op het gladde bamboe en een beschadiging maakt op de fluit, leggen ze de wijsvinger tegen het zaagblad.
|
Leg je wijsvinger tegen het blad van de zaag tijdens het zagen om het wegschieten van de zaag te voorkomen. |
Aan het einde van de les blazen alle kinderen op hun fluit.
Alle fluiten: dik, dun, kort of lang hebben dezelfde grondtoon.
De verwonderde gezichten spreken boekdelen. Ik noem dat de eerste ervaring met 'samen beleven'.
Bea Kloosterman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten