Nagenietend van een aflevering van "De Luizenmoeder", een comedyserie over het hedendaagse schoolleven, gaan mijn gedachten vijftig jaar terug in de tijd. Ik zie de school en de leerkrachten, de kleding, de kinderen en de ouders van toen. Dat was anders, en wel in heel veel opzichten.
Na de HBS kwam ik in de 3e klas van de Kweekschool (de opleiding tot onderwijzer(es). Je was geen student maar leerling. Je haalde geen punten maar cijfers voor repetities en overhoringen. Aan het eind van de 4e klas deed je examen in alle vakken. Was je van het vrouwelijk geslacht dan moest je ook nog examen doen in de Nuttige Handwerken, de zogenaamde aantekening n. Op het diploma stond "Akte van bekwaamheid als Onderwijzeres" . In de wandelgangen was je schooljuffrouw. Er was ook een 5e klas, de opleiding tot de hoofdakte. Het jaar van de hoofdakte-opleiding werd afgesloten in september. Op het diploma stond: "Akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzeres". Toen was ik schooljuffrouw met de mogelijkheid om hoofd te worden. Er was nog geen sprake van een directeur of management.
Ik solliciteerde op een tijdelijke baan en kwam op een school met 12 klassen met een - in mijn ogen - heel oud hoofd, altijd gekleed in een blauw pak met das. In de klassen 1 en 2 (nu groep 3 en 4) "stonden" keurig geklede juffrouwen. Vanaf klas 3 waren het meesters, gekleed in combinatiepakken maar wel met das. Ongeveer een half uur voor het begin van de schooltijd ging het vrij hoge hek dat om het schoolplein stond, van slot. De kinderen kwamen druppelsgewijs naar binnen (geen ouders) en een kwartier voor schooltijd liep de pleinwacht voor de school heen en weer. Na de bel vormden zich rijen van 2 kinderen en om de beurt ging een rij naar binnen. Ik hoorde bij de eersten met mijn 1e klas met 34 kinderen. Als alle rijen binnen waren, gingen de zijdeur en de hoofddeur op slot. Je moest aanbellen als je te laat kwam. De 6e klas zat in het lokaal dichtbij de hoofddeur. Eén jongen deed de deur open als er gebeld werd en het betrokken kind moest zich melden bij het (ambulante) hoofd die in een kamer zat eveneens dicht bij de hoofdingang. Nu pas realiseer ik me dat altijd een jongen "dienst" had en nooit een meisje.
En als de jassen keurig waren opgehangen daalde er een volstrekte rust in de school, hooguit onderbroken door het geluid van de ouderwetse stortbak in de wc's waarbij d.m.v een kettinkje het gewicht in de stortbak werd opgetild zodat het water naar beneden stortte. Geen knoppen voor de grote en de kleine boodschap. Je werd geacht stipt het lesrooster te volgen dat verplicht in elk lokaal hing. De inspecteur kwam ieder jaar langs en had de mogelijkheid om te controleren of je de lessen gaf volgens het rooster. Ook de schriftjes werden bekeken of het werk was nagekeken.
Als ik het me goed herinner hadden we eens in het halve jaar een vergadering. Wel waren er de ouderavonden n.a.v. de cijferrapporten met Kerst, Pasen en aan het eind van het schooljaar. De ouders konden vragen stellen over het cijfer en de juffrouw gaf uitleg. Misschien waren er wel kritische kanttekeningen maar het gesprek eindigde altijd met "juf heeft gezegd!" Daarnaast moesten we elk jaar op huisbezoek. Je werd aangesproken door ouders en kinderen met meester/juffrouw, de achternaam en bovenal met U.
Dit was 1968, 50 jaar terug in de tijd.
Bea Kloosterman
Toen ik ook mijn herinneringen ophaalde (1968 en verder), o.a. aan die schooldeur die echt op slot ging, vroeg mijn dochter:'Wat vond de brandweer daarvan?'
BeantwoordenVerwijderenDe brandweer bemoeide zich toen nog niet intensief met gebouwen opgetrokken in baksteen met zware houten deuren. De wandkastenwaren van dik hout en de houten banken waarin de kinderen twee aan twee zaten,waren nauwelijks te tillen. Er waren geen rookmelders. Misschien was er wel een brandslang, maar dat herinner ik me niet. In die tijd mocht je nog kaarsen branden. Je leerde heel voorzichtig te zijn met vuur.
Verwijderen